Bewegen en het effect op bloeddruk
Klik op de play button om de tekst te beluisteren
Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat een hoge bloeddruk significant daalt door lichamelijke inspanning, vergelijkbaar met de mate waarin medicijnen dat doen. Alle vormen van beweging zijn goed; zelfs handgreeptraining heeft al effect. Het lichaam moet meer bloed rondpompen naar de spieren, die zuurstof nodig hebben, waardoor de hartslag stijgt en afvalproducten beter en sneller worden afgevoerd. Na de inspanning daalt de bloeddruk. Meestal duurt die daling vier tot tien uur, maar soms wel tot 22 uur na de inspanning. Op de lange duur vermindert lichamelijke inspanning bovendien zowel het risico op een hersenbloeding als dat op een dodelijke hartaanval met 30 procent.
De grootste gemiddelde daling - dus van zowel boven- als onderdruk: ongeveer 10 mmHg gemiddeld - is te bereiken door isometrische training. Dat blijkt uit een samenvatting van veel onderzoeken naar de effecten van verschillende soorten training. Isometrisch trainen doe je wanneer je je spieren gebruikt om kracht te zetten. Isometrische oefeningen zijn oefeningen waarbij je één positie aanhoudt zonder hierbij te bewegen, in tegenstelling tot dynamische oefeningen. Denk aan met je rug tegen een muur zitten, waarbij je benen een hoek van 90 graden maken. Maar dus zonder stoel onder je. Of het vasthouden van gewichten op een bepaalde manier.
7