Fitnesscentrum faciliteert én stimuleert sportdeelname (vervolg)


Een opzegreden die in een derde van de gevallen wordt genoemd, is dat er weinig gebruik wordt gemaakt van het lidmaatschap: 18 procent geeft aan dat fitness ‘niet meer leuk’ wordt gevonden en 5 procent zegt op vanwege een verhuizing. Onder de categorie ‘overig’ (32%) vallen redenen rondom gezondheid, blessures en zwangerschap.

 

Figuur 1 Opzegredenen abonnement fitnesscentrum, Nederlandse huishoudens, 2019 (in procenten)

Bron: Nationaal Sportonderzoek (NSO, online panelonderzoek GfK/Ipsos), november 2019 (Mulier Instituut).

 

De opzegredenen van abonnementen van fitnesscentra krijgen meer betekenis als die worden vergeleken met de opzegredenen van lidmaatschappen van andere belangrijke sportaanbieders: sportverenigingen. In huishoudens waar een verenigingslidmaatschap werd opgezegd, deed 28 procent dat omdat het lidmaatschap als ‘te duur’ werd ervaren. Het abonnement van een fitnesscentrum wordt door opzeggers dus vaker dan een lidmaatschap van een sportvereniging als ‘te duur’ beleefd. Ook bij het opzeggen van lidmaatschappen van sportverenigingen is het aandeel dat het lidmaatschap ‘te duur’ vond hoger bij huishoudens met een benedenmodaal inkomen dan bij huishoudens met een bovenmodaal inkomen (51% vs. 16%).

 

Gevolgen opzeggen voor sportdeelname

Bij bijna negen op de tien opzeggingen van een fitnessabonnement kwam er géén abonnement van een ander fitnesscentrum voor in de plaats (figuur 2). Daarmee zijn de opzeggers niet automatisch verloren voor de fitness- en sportbranche. Zonder fitnessabonnement zijn er immers nog genoeg mogelijkheden om fitness of een andere sport te beoefenen. Fitnesscentra hebben geen monopoliepositie. Er zijn andere sportaanbieders en ook de openbare ruimte (straat, bos, strand, park) is voor velen een aanlokkelijke plek om zich in het zweet te werken, net als de privésetting (huiskamer, zolder, tuin), zeker voor fitness. Het opzeggen van het abonnement van een fitnesscentrum hoeft dus allerminst te betekenen dat er minder wordt gesport. Maar wat zien we in de praktijk?

Bij twee derde van de opzeggers van een fitnessabonnement werd het opzeggen gevolgd door een vermindering van de tijd die zij besteedden aan sporten (figuur 2). Het is niet uitgesloten dat het opzeggen soms het gevolg was van minder sporten, bijvoorbeeld door blessureleed. Vermoedelijk was vaker het omgekeerde het geval: het opzeggen leidde tot minder sporten. Klaarblijkelijk faciliteert het fitnesscentrum sportdeelname niet alleen, maar zet het daar op grote schaal ook toe aan!

 

Figuur 2 Gevolgen opzeggen abonnement fitnesscentrum, Nederlandse huishoudens
waar een abonnement is opgezegd, 2019 (in procenten)

 Bron: Nationaal Sportonderzoek (NSO, online panelonderzoek GfK/Ipsos), november 2019 (Mulier Instituut).

 

Wat kunnen fitnesscentra doen?

Deze bijdrage leert dat het kostenplaatje voor huishoudens de meest genoemde opzegreden voor een fitnessabonnement is. Feitelijk gaat het hierbij om de beleving van een ongunstige prijs-kwaliteitverhouding. Dit betekent dat fitnesscentra enigszins terughoudend dienen te zijn met het verhogen van de prijzen van abonnementen als gevolg van de coronacrisis. Het kostenplaatje als voornaamste opzegreden hoeft niet voor elk fitnesscentrum te gelden, temeer omdat het aanbod met een hoog segment, een middensegment, een laag segment en boutiques divers is en elke segment een eigen prijsstrategie kent. Daarom zouden fitnesscentra met regelmaat onderzoek onder leden kunnen doen (niet onder de opzeggers). Daarbij kan geïnventariseerd worden hoeveel leden met de gedachte spelen het abonnement te beëindigen en waarom. De nodige opzegredenen zijn voor een fitnesscentrum niet tijdig te beïnvloeden, zoals een verhuizing of gezondheidsproblemen. Andere zaken zijn wel te beïnvloeden, bijvoorbeeld de houding en expertise van de begeleiding, de schoonmaak, de mate waarin de omgeving van het fitnesscentrum als onveilig wordt ervaren (parkeerplaats, fietsroute), het gedrag van medesporters en de hoeveelheid lockers. Er kunnen dus ook zaken meespelen waar wél wat aan gedaan kan worden en waardoor de kans wordt vergroot dat leden lid blijven. Op deze manier kunnen fitnesscentra het ledenbehoud verhogen en daarmee tegelijkertijd bijdragen aan de opgave om het groeiende probleem van sport- en bewegingsarmoede in te dammen.

 

Verder lezen? Bekijk het onderzoek waarop deze bijdrage is gebaseerd.

 

Paul Hover is senior onderzoeker bij het Mulier Instituut. Eva Heijnen is junior onderzoeker bij het Mulier Instituut. De fitnessbranche is een van hun aandachtsgebieden en zij schreven daar boeken, boekhoofdstukken en artikelen over. Meer informatie: www.mulierinstituut.nl

 

 

 

share