Luchtkwaliteit in fitnessclubs behoeft meer aandacht (vervolg)
Hij adviseert ook fitnessclubs om aandacht te hebben voor de luchtkwaliteit. “Zorg indien je naast een drukke weg bent gelegen voor een goede filterkwaliteit in de aanzuiging van het ventilatiesysteem. En met bijvoorbeeld een CO2 sensor kun je inzichtelijk maken of je meer of minder moet ventileren. Door een dergelijke CO2 sensor te gebruiken als het stuursignaal van het ventilatiesysteem kan dit naast een betere luchtkwaliteit ook energiebesparing opleveren. Er komen steeds meer van dergelijke vraaggestuurde ventilatiesystemen. Daar heb je als clubeigenaar geen omkijken naar. Mits je wel periodiek onderhoud doet. We komen wel eens op plekken waar de filters van ventilatiesystemen al jaren niet zijn vervangen. Daar komt nog maar amper frisse lucht door. Dus een onderhoudscontract is écht een voorwaarde. Anders wordt de ventilatie de oplossing én onderdeel van het probleem.”
Piet Jacobs geeft aan dat de fitnessbranche de weg naar TNO nog niet heeft gevonden als het gaat om de kwaliteit van lucht. “We doen onderzoek naar luchtkwaliteit op scholen en in kantoren, maar ik kan me niet herinneren dat we de voorbije jaren onderzoek hebben gedaan bij fitnessclubs. We worden ook nu niet benaderd door fitnessclubs. Of dat wel zou moeten? Moeten vind ik een te groot woord, maar we kunnen wel clubs of een branche van kennis over luchtkwaliteit en de effecten ervan voorzien. Dat is onze rol.”
Het verbaast hem dat er zo veel aandacht is voor de kwaliteit van de buitenlucht, terwijl het binnenmilieu onderbelicht is. Dat NL Actief het keurmerk wil gaan uitbreiden met luchtkwaliteit, vindt hij een goede ontwikkeling. “De fitnessbranche is de branche van gezondheid en goede leefstijl. Als je mensen uitnodigt om bij jou te komen sporten om invulling te geven aan een gezonder leven, dan ligt het toch voor de hand dat je die mensen in een veilige omgeving en gezond klimaat laat sporten en bewegen. Daartoe behoort ook een goede kwaliteit van lucht. Ik verwacht dat consumenten daar ook steeds meer naar zullen vragen.”