Nederlandse Obesitas Stichting:
‘Meer kennis, minder stigma’

In 2023 had 50% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht. Bijna 16% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder heeft obesitas. De grootste groei zit in de leeftijdsgroep tot 30 jaar. Dat houdt in dat mensen steeds jonger veel te zwaar te zijn, met alle risico’s van dien als het gaat om het ontwikkelen van ziekten en aandoeningen. Mede daardoor dreigt de zorg in ons land onbetaalbaar te worden. Het is dus in het belang van de mensen zelf én van de BV Nederland dat de groeicurve van het aantal mensen met (ernstig) overgewicht wordt omgebogen. Daar ligt een belangrijke maatschappelijke taak voor de leefstijlclub van de toekomt. Om dat te bereiken, is volgens de Nederlandse Obesitas Stichting ‘meer kennis en minder stigma’ nodig. “Je postcode is de voornaamste voorspellende factor of je wel of niet overgewicht ontwikkelt.”

Moritz Warmbrunn is algemeen bestuurslid en voorzitter van de commissie ‘innovatief beleid en onderzoek tegen obesitas’ van de Nederlandse Obesitasstichting. Hij ziet dat stigmatisering nog steeds een van de belangrijkste redenen is waarom mensen met ernstig overgewicht een grote drempel ervaren om lid te worden van een fitnessclub. “Dat stigma gaat verder dan ‘bekeken en veroordeeld’ worden. Het gaat ook om: als je obesitas hebt , dan is dat je eigen schuld. Het stigma komt terug in de apparatuur in clubs. Mensen met fors overgewicht passen soms niet in de toestellen die ontworpen lijken voor mensen die al een getraind lichaam hebben. Het stigma komt ook terug in de aankleding van clubs, met mensen op posters met wie iemand met overgewicht geen enkele connectie heeft. Stigma wordt ook ervaren als je in een groepsles wilt meedoen, maar niet mee kunt omdat je onvoldoende conditie hebt en je lichaam je soms in de weg zit. Dát zijn de verhalen die wij horen van onze achterban. Voor de duidelijkheid: we horen veel verhalen van mensen met overgewicht die goed worden geholpen en begeleid in fitnessclubs, maar óók verhalen over schaamte, discriminatie, stigmatisering en onvoldoende begeleiding in clubs.”

Moritz Warmbrunn snijdt met begeleiding een ander punt van zorg van de Nederlandse Obesitas Stichting aan. “Kennis over mensen met ernstig overgewicht is écht een voorwaarde om ze goed te kunnen begeleiden. Dat start met niet oordelend of veroordelend zijn. Vaak is het een combinatie van factoren die ervoor zorgt dat iemand overgewicht ontwikkelt. De postcode is doorgaans de beste voorspeller: in bepaalde postcodegebieden wonen de meeste mensen met ernstig overgewicht. In die wijken en buurten zie je dan ook dat het aanbod aan ongezonde producten het grootst is en de mogelijkheden om te bewegen slechts beperkt toegankelijk zijn. Overgewicht is vaak het resultaat van een combinatie van psychosociale en maatschappelijke factoren. Bewegen is een belangrijk onderdeel om gezonder te leven, maar niet de enige en voor velen ook niet de voornaamste. Ook voeding speelt een rol, mentale problemen, armoede, omgevingsfactoren, enz. Dat is een complexe puzzel. Om de leefstijl van mensen met ernstig overgewicht duurzaam en succesvol te veranderen, moet je die hele puzzel leggen, niet alleen een paar stukjes. En ga vooral niet voor quick wins: bijna alle mensen met overgewicht hebben wel een dieet geprobeerd, zijn afgevallen, maar uiteindelijk zwaarder geworden dan ze oorspronkelijk waren. In alleen voeding en bewegen zit niet dé sleutel tot de oplossing. Je moet het in een breder perspectief plaatsen. En het is altijd maatwerk. Iemand met een BMI van 28 heeft een andere aanpak nodig dan iemand met een BMI van 37.”

Moritz Warmbrunn spreekt de wens uit dat in de leefstijlclub van de toekomst er ‘meer kennis en minder stigma’ is. “Er ligt een enorm maatschappelijke opdracht en uitdaging om mensen fitter en vitaler te laten leven. De fitnessclub of leefstijlclub vervult daarin een belangrijke rol. Maar om mensen effectief te kunnen begeleiden, is kennis nodig en een omgeving waar mensen met overgewicht zich veilig en vertrouwd voelen. En, wat we heel belangrijk vinden, meer aandacht voor preventie. Zoals eerder genoemd hebben we nu een bad vol mensen met overgewicht en de kraan druppelt nog steeds. We willen en moeten de kraan dichtdraaien én de stop uit het bad trekken. Dat lukt niet als we alleen aan de achterkant gaan herstellen, we moeten het aan de voorkant ook gaan voorkomen. De leefstijlclub van de toekomst heeft in mijn optiek ook een rol in preventie.”

 

 

12