Sportcentra als leefstijlclubs en partners van de zorg
en maatschappelijke organisaties!
(vervolg)


De focus op gezondheidsbevordering!

Landelijk is de fitnesssector dus enorm in beweging. Het is vaak voor de fitnessondernemer niet gemakkelijk welke keuzes te maken. Zoals gezegd, is een eerste keuze natuurlijk of je met prijs of service gaat concurreren. Met andere woorden: ga je naar een lagere prijs en minder service en begeleiding, of ga je richting hoger segment en daarbij horende hogere service en begeleiding. Binnen dat tweede kan je dan nog verschillende keuzes maken natuurlijk, zoals kiezen voor hogere service in faciliteiten of hogere service in begeleiding, ondersteuning en communicatie. De Preventiecentra en centra van de Vereniging Exclusieve Sportcentra hebben bijvoorbeeld al een duidelijke keuze gemaakt voor hogere service in begeleiding, ondersteuning en communicatie. De erkende Preventiecentra hebben ook allemaal een aantal Bewegingsdeskundigen in huis op het gebied van overgewicht/obesitas, reuma, diabetes of NAH. Als je deze keuze eenmaal hebt gemaakt, wordt de doorontwikkeling ook iets gemakkelijker omdat er focus is voor een specifieke doelgroep en doel: mensen die willen werken aan hun gezondheid. Natuurlijk kunnen mensen die trainen om er goed uit te zien of die bijvoorbeeld sporten om hun sportprestatie te verbeteren er ook terecht, maar de koers is, zoals NL Actief het nu formuleert, van Fitnessclub naar Leefstijlclub!

 

Van nationale naar lokale samenwerking!

De landelijke samenwerkingsverbanden die NL Actief creëert, vormen allemaal kansen voor fitnessondernemers om zichzelf nog beter te profileren als leefstijl- en preventiecentrum in de regio. Dat vergt wel een proactieve aanpak, want we zitten nog in een fase dat we nog niet door iedereen - en zeker niet door lokale overheden en de zorg - gezien worden als de lokale leefstijlclub, de vitaliteitsmotor of het lokale preventiecentrum. Allereerst moeten we daar natuurlijk inhoudelijk ons aanbod voor ingericht hebben. Want als je als centrum een Bewegingsdeskundige reuma in huis hebt, is het ook goed om een reumaprogramma te bieden voor (potentiële) leden en dat ook naar buiten uit te dragen. Of als je een Bewegingsdeskundige overgewicht/obesitas of diabetes hebt en geen programma voor aanbiedt, dan is het lastiger om de samenwerking aan te gaan met lokale organisaties, gemeente en de zorg. Heb je dat intern wel goed voor elkaar, dan ontstaat er ook de mogelijkheid om de lokale samenwerking aan te gaan, of in ieder geval om kenbaar te maken dat je deze programma’s voor de specifieke doelgroepen aanbiedt. Het is daarvoor altijd nuttig om je te verdiepen in de activiteiten op het gebied van gezondheidsbeleid van de gemeente. Is er bijvoorbeeld een lokaal gezondheidsbeleid, Sportakkoord of Preventieakkoord? Wat zijn de primaire doelgroepen waar je gemeente zich op richt? De meeste gemeenten focussen bijvoorbeeld momenteel op dementie en valpreventie.

 

Samenwerken met gezondheidszorginstellingen

Als je een gedegen aanbod hebt voor specifieke doelgroepen, dan kan je de samenwerking aangaan met lokale huisartsenpraktijken, ziekenhuizen, fysiotherapeuten en andere gezondheidszorginstellingen. Vaak is dat door eerst kenbaar te maken wat je te bieden hebt en dat kan wellicht tot gevolg hebben dat er een intensiever samenwerkingsverband ontstaat of patiënten doorverwezen worden.

 

Samenwerken met diëtisten en voedingsdeskundigen

Bied je zelf al ondersteuning op het gebied van voeding, denk dan eens na over samenwerking met diëtisten en voedingsdeskundigen naar wie je kunt doorverwijzen als je met een klant met eetstoornissen te maken krijgt die je zelf niet verder kan helpen. Ook hier kan een wederkerigheid uit voortvloeien.

 

Samenwerken met mentaal welzijnscentra

Bied je als professional of club ook mindset of mentaal coaching aan of programma’s voor dementie, NAH of burn-out preventie en/of coaching, dan is een partnership met psychologen, therapeuten en counselingcentra zeker aan te bevelen. Ook hier kan je naar doorverwijzen als je met mensen te maken krijgt bij wie de problematiek dermate is dat jij ze niet verder kan helpen.

 

Samenwerken met onderwijsinstellingen

Binnen het onderwijs is er steeds meer aandacht (en budget) voor leefstijl en meer bewegen. In steeds meer gemeenten ontvangen scholen extra budget om naschoolse sportactiviteiten aan te bieden, waarvoor fitnesstrainers en instructeurs prima kunnen worden ingezet. Ook zou je - mits je die kennis in huis hebt - programma’s kunnen aanbieden voor gezondheidseducatie en -voorlichting, gericht op het bevorderen van gezonde levensstijlkeuzes.

 

Samenwerken met overige maatschappelijke organisaties

Binnen het lokale Sportakkoord zie je steeds meer samenwerkingsverbanden ontstaan tussen bijvoorbeeld sportcentra en sportclubs. Maar dat zou ook kunnen tussen sportcentra en de bibliotheek, buurtcentra en welzijnsorganisaties.

Zoals gezegd, begint de kwalitatieve connectie met de zorg en maatschappelijke organisaties met de kwaliteit en expertise van het team. Deze organisaties staan er niet op te wachten om als uithangbord te fungeren voor een sportcentrum. Maar als je in de zorg- en preventieketen een meerwaarde aan kunt tonen, dan zullen ze de verbinding zeker opzoeken en aangaan.

 

Naarmate de fitnesssector zich blijft ontwikkelen tot een spil in leefstijl en preventie, staan we aan de vooravond van een interessante verandering in hoe we gezondheid en welzijn benaderen. De transformatie van sportcentra naar leefstijlclubs is niet alleen een bewijs van deze evolutie, maar ook een noodzakelijke stap om te voldoen aan de groeiende behoefte aan holistische gezondheidsoplossingen. Door de handen ineen te slaan met de zorg, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties dragen we samen bij aan een gezondere, gelukkigere samenleving.

 

Deze weg vooruit vereist innovatie, kennisontwikkeling, pro-activiteit en de wens om samen te werken. Hierbij moeten we af en toe over de schaduw stappen van onze eigen behoeften en het algemene goed centraal zetten, met inachtneming van de behoeften van de gemeenten en waar zij oplossingen voor zoeken.

 

John van Heel

EFAA opleidingen en Leefstijlclub

 

 

 

8