Arendse Group wil met partnership VEP
ambitieus groeiplan realiseren (vervolg)
Cees Arendse nam - samen met zijn broer en zus - het in 1987 opgerichte familiebedrijf in 2018 over van hun ouders. “Sinds de overname heeft onze focus gelegen op het perfectioneren van ons businessmodel op de bestaande locaties. Dit heeft geresulteerd in een mooie groei, ondanks de uitdagende coronaperiode. Nu is het tijd voor de volgende stap, namelijk het uitbouwen van de organisatie met nieuwe locaties. Daarbij kijken we met name naar Noord-Brabant en de provincies die aan Noord-Brabant grenzen. Op dit moment hebben we clubs in Breda, Oosterhout, Raamsdonksveer, Dongen, Lage Zwaluwe en Tilburg. De ambitie is om jaarlijks te groeien met gemiddeld twee tot drie clubs. Dat kunnen stand alone clubs zijn, maar ook kleine ketens.”
De groeiambitie van Arendse kan uitkomst bieden aan clubeigenaren die willen stoppen, maar geen opvolger in huis hebben of aan ondernemers die interesse hebben om zelf verder te groeien in een grotere organisatie. “Er zijn inderdaad twee type ondernemers voor wie wij heel interessant kunnen zijn. De categorie in de leeftijd van mijn ouders, die een club zelf hebben opgebouwd en nu willen stoppen, maar geen geschikte bedrijfsopvolger kunnen vinden. En de categorie ondernemer die graag wil werken in een grotere organisatie met meer kansen en schaalgrootte. Belangrijk is wel dat ze passen bij de normen en waarden van Arendse. Wij zijn een familiebedrijf en dat stralen we ook uit. We zullen niet gaan werken met een franchiseformule, we nemen de clubs écht zelf over.”
Jip Gimbrere, investment director bij VEP, is blij te kunnen investeren in Arendse. “Gedreven door de combinatie van activiteiten die wordt aangeboden heeft Arendse Group de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt die we door denken te kunnen zetten naar de toekomst. Daarbij richten we ons onder andere op een verdere verbreding van het dienstenaanbod, inspelend op de groeiende focus op gezondheid, welzijn en leefstijl, en daarnaast een uitbreiding van het aantal vestigingen, zowel autonoom als via overnames.”
7