Fitness is meer dan je ziet op Instagram
Nu moet ik toegeven dat het licht in die kelder ook perfect is: ik zie er zelf ook een stuk meer afgetraind uit, wat ik helemaal niet erg vind. Maar die mooie (bewerkte!) Instagramfoto’s vergeten de andere aspecten die komen kijken bij fitness en krachttraining.
Ontmoetingsplek met ruime keuzemogelijkheden
Voor velen is fitness namelijk een hulpmiddel om fit te zijn en om lekker in je vel te zitten. Net als iedere andere sport. Voor de een spreekt trainen met gewichten nu eenmaal meer aan dan een rondje hardlopen in het park. Om nog maar niets te zeggen over de positieve effecten van krachttraining op je gezondheid.
De sportschool is een ontmoetingsplek, die kan bijdragen aan de fysieke én mentale gezondheid. De ruime openingstijden van sportscholen creëren daarnaast ook de mogelijkheid om sport op een laagdrempelige manier te integreren in je eigen leefstijl. En uit het ruime aanbod kan ieder precies kiezen waar hij of zij behoefte aan heeft: van individueel je eigen gang gaan, tot intensieve begeleiding van geschoolde trainers. Er is meer beschikbaar dan wat je denkt.
Lekker in je vel zitten
Ik begrijp hoe de vaak verspreide foto’s van krachtpatsers over kunnen komen: het ziet er niet altijd even toegankelijk uit om zelf naar binnen te stappen. Maar er is een grotere groep mensen die zich serieus in het zweet werkt in de fitness. Een groep mensen waarbij vrijwel iedereen bereid is om elkaar te motiveren, te helpen en advies te geven. Waarbij het niet (alleen) maar gaat om groter en meer afgetraind te worden, maar gewoon om fit te zijn en lekker in je vel te zitten. Waar je individueel kan sporten en toch een gevoel van samenhorigheid hebt. Al met al een hele andere kant van de bekende fitnesscultuur.
Imagoverandering
Dat eenzijdige beeld over fitness en krachttraining, daar kunnen we als ‘fitnessers’ wat aan doen. Laten we een tegengeluid geven aan het imago van de kleine hemdjes, de zware gewichten en het machogedrag. Dan hoeven we niet te klagen over het imago, maar doen we er zelf wat aan.
Kirsten de Klein
Kenniscentrum Sport